Mispel
Mespilus germanica
fruit struik
De mispel is een wat onbekendere vruchtboom die vroeger vaker werd aangeplant. Ze winnen langzaamaan ook weer aan populariteit. Oorspronkelijk komen Mispelbomen/struiken voor langs de Kaspische en Zwarte zee en zijn door de Romeinen uiteindelijk in onze delen van Europa verspreid. Toen was de Mispel een belangrijke vrucht, later is deze een beetje verdrongen door andere fruitsoorten. In de loop der tijd is de Mispel verwilderd.
Er worden droge, kleine, harde, goudbruine vruchten gevormd, die in oktober rijp, maar dan nog ongenietbaar melig en wrang zijn. Na de eerste nachtvorsten worden ze zacht en bruin en dan kunnen ze na een poosje wel gegeten worden. Dit bewaren wordt bletten genoemd. De vrucht wordt 'beurs',[9] waarbij de kleur door een fermentatieproces verandert van groen/wit naar donkerbruin en de smaak zoet weeïg wordt. Ook is het mogelijk de vruchten enkele dagen in de diepvriezer te leggen, wat een iets andere smaak geeft dan het bletten. Het vruchtvlees is dan zo zacht, dat het uit de schil gezogen kan worden.